Posts

Verdwalen in je eigen huis

Afbeelding
Ik ken heel wat zienden die, als ze er ’s nachts uitmoeten, in het donker de weg op de tast vinden in hun eigen huis. Licht aan doen is niet nodig, want je weet immers precies waar alles staat. Zo werkt het voor mij ook, maar dan niet alleen in huis, ook op routes die ik geregeld loop, op mijn werk en op plekken waar ik vaak kom. Ik heb een klankbeeld van de omgeving. Het gaat niet alleen maar op geluid trouwens, het zit hem ook in het automatiseren van wat je loopt. Nee, ik tel geen stappen, weet niet precies waar ik langskom en kan best mijn route veranderen. Je moet vooral weten wat je ongeveer tegenkomt als je verkeerd loopt en wat de alternatieven zijn als bijvoorbeeld een weg is opgebroken. Als het regent, klinkt alles ineens anders. Een capuchon op doen of lopen onder een paraplu zorgt ervoor dat ik obstakels niet meer hoor of afstanden slechter kan inschatten. Dan kan ik ineens de weg kwijt raken. Op bekende routes is dit niet erg, want je weet heel snel weer waar je bent, maa

Het beestje bij de naam noemen

Afbeelding
Ik word wat ongemakkelijk van alle terminologie die in omloop is over het hebben van een visuele handicap of moet ik hier beperking zeggen? Steeds vaker hoor ik ook “mensen met een visuele uitdaging.” Ik heb zeker extra uitdagingen door mijn visuele beperking of toch gewoon handicap, maar noem zelf het liefst het beestje bij de naam, ik ben blind. Vermakelijk wordt het als het gaat over werk, dan gaat het ineens over mensen die werken met een arbeidsbijzonderheid. Nou ik ben vast bijzonder op sommige vlakken, maar niet als het gaat om mijn werk! Sterker nog hoe langer ik aan het werk ben, hoe meer ik er last van krijg beperkt te zijn. Ondanks mijn werkervaring en positieve instelling, loop ik steeds vaker vast. De ene keer omdat een systeem waarmee ik moet werken ontoegankelijk blijkt, de andere keer omdat ik het tempo van mijn collega’s die stukken vol wijzigingen bewerken niet kan bijhouden, dan weer omdat een deel van de informatie die ik nodig heb in plaatjes of schema’s staat die

Opladen

Afbeelding
Uw batterij is bijna leeg. Ik sluit de melding op mijn telefoon en ga opzoek naar de oplader. Ik zeg tegen mijn man: “Ik ga slapen” en geef hem een welterusten kus. Hij heeft ongetwijfeld nog een heel televisieprogramma voor zich. “Wat een verrassing,” zegt hij lachend. Het is half tien en hij is er al jaren aan gewend dat bij mij de energie vroeg in de avond op is. Ik vraag onze jongens of zij wat stiller willen doen achter hun computerspelletjes. “Ga je nu al slapen mam!” Klinkt het enigszins verontwaardigd. “Morgen om zes uur gaat mijn wekker,” antwoord ik “want ik moet aan het werk in Den Haag.” Mijn weken zitten vol. Ik werk 32 uur, zing bij een koor, sport en zit op drumles. Ik spreek met vrienden af om samen te eten of wandelen, help onze jongens met school, kook geregeld en doe vast nog veel meer. Op zondagavond nemen we de agenda van de komende week door. Soms weet ik dan al dat ik mijn vrije vrijdag nodig heb om bij te komen. Doe ik dan te veel? Ik vind van niet al heeft

Ik kijk met mijn neus

Afbeelding
Een walm van Axe deodorant prikkelt mijn neus op de overloop, dat betekent dat onze oudste, na meermalen waarschuwen, eindelijk uit bed is. In de badkamer ruik ik tandpasta, dan is hij vast al op weg naar de bus. De tijd tussen opstaan en vertrekken, maakt hij steeds korter. Ook ik maak me klaar voor een werkdag op kantoor en spray een beetje van mijn vaste geurtje op. Op weg naar het station fluiten de vogels en ruikt het naar een frisse voorjaarsdag. Naast me in de trein komt iemand zitten met een kop koffie. Als zij in Utrecht is uitgestapt, wordt haar plek ingenomen door iemand die net voor het instappen een sigaret heeft gerookt, dan ruik ik toch liever die koffie. Station Den Haag centraal is een mengelmoes van vers gebakken broodjes en remolie van treinen. De rioollucht die even later mijn neus binnendringt, vertelt me dat ik op de goede route onder het gebouw van een ander ministerie doorloop. Wanneer ik iets later onze verdieping oploop, ruik ik koffie. Dat is pas sinds kor

De normaalste zaak van de wereld

Afbeelding
Het eindapplaus sterft weg. Ik sta op om de rij uit te schuifelen. We zijn met zijn tienen bij de voorstelling van Jesus Christ Superstar. Een super plan van vrienden om hier met een heel stel heen te gaan. Omdat we met zoveel zijn, zitten we verspreid over twee rijen. Als ik een stap zet, voel ik een hand die mij vanaf de rij achter mij vastpakt en netjes de rij uit stuurt. De hand, hoe kan het ook anders, is van mijn jongste zoon waarmee ik samen hier ben. Hij geeft me een arm en houdt in als de trap begint. De vanzelfsprekendheid van zijn acties ontroeren me. Met het grootste gemak laveert hij in de drukte. Onze heenreis vond ik ook al zo speciaal. Per trein reisden we naar Amsterdam centraal, waarna we opzoek gingen naar de juiste tram. Alleen zou hij het, net als ik spannend gevonden hebben in de grote stad, maar samen voelt het veilig. De drukke tram, het Leidseplein en het theater, we lopen er doorheen alsof we hier dagelijks komen. Extra bijzonder is het dat deze voorstelling

Vertraging zorgt voor goede gesprekken

Afbeelding
Misschien doet de titel je denken aan iets met volle aandacht doen, mindfulness. Helaas! Het gaat hier over letterlijke vertraging, als je ’s morgens vroeg op weg naar je werk en er is gedoe met het OV. Thuis zie ik in de NS app al dat de intercity niet vanaf Schothorst vertrekt. Ik schiet vlug mijn jas aan en pak een trein eerder naar Amersfoort Centraal. In de wachttijd daar haal ik koffie bij de kiosk en raak aan de praat met degene voor mij in de rij. Als de intercity naar Den Haag arriveert, is het dringen. Gangpaden en balkons staan vol. Vriendelijk laveert een medereiziger me naar binnen. Jammer genoeg vindt het personeel vertrekken met zo’n volle trein onverantwoord en iedereen stapt weer uit. Op naar een ander perron waar een volgende trein gaat. Een man vraagt of ik het fijn vind om mee te lopen. Ik neem meteen zijn aanbod aan en onderweg babbelen we gezellig over waar we naar op weg zijn. De volgende trein is bijna nog voller, maar dit keer vertrekken we wel. Als haringen i

Een rotdag hebben, beter van niet

Afbeelding
Laatst werd ik geïnterviewd over knelpunten in online en fysieke toegankelijkheid. Ofwel: Waar loop je tegenaan als je niet ziet. Het interview werd gefilmd en wordt verwerkt tot korte fragmenten. Zo krijgt ontoegankelijkheid een gezicht. De vragen maakten dat ik moest nadenken wat de hobbels zijn die ik dagelijks neem. Hoe speel ik in op onverwachte situaties? Word ik wel eens onbehoorlijk bejegend? Ben ik ooit niet op mijn bestemming aangekomen? Word ik boos of gefrustreerd als ik online vastloop? Mijn antwoorden waren vooral positief. Ik vertel over de leuke ontmoetingen met wildvreemden als je hulp vraagt, de hulp die ik krijg van gezinsleden en collega’s als ik online verstrikt raak, hoe het open gesprek je brengt waar je zijn wil en je bonus informatie over de ander en een leuke dag oplevert. Ja, ik word soms boos, maar dat is meestal als ik alleen achter mijn computer zit. De stoom komt uit mijn oren als de zoveelste bezorgscooter op de geleidelijn staat. Toch kies ik voor de